in baksteen
        
        Wie goed kijkt, ziet bij de 
        keukendeur van een oude woning niet zelden dat de baksteen van de muur ernaast op heuphoogte een 
        gladder oppervalk heeft dan de rest van de gevel. Heb je de kans om oude bewoners 
        naar de verklaring ervan te vragen, dan zul je ontdekken dat het hier om slijpsporen gaat. 
        Om messen en dergelijke te slijpen, wordt vaak een 
        
slijpsteen 
        gebruikt. 
        Maar voor het even bijslijpen, het 'wetten', is dat teveel moeite. Het is veel gemakkelijker om tijdens het koken even de deur open te doen en het mes 
        met zijn lemmet bijna vlak over de muur te halen. Je hebt dan het heft in de hand en om je knokkels niet open te halen, 
        zoek je een hoek of op een andere plaats waar je dat gevaar niet loopt. Een rechtshandige zal meestal de 
        rechterkant van een hoek gebruiken. 
        Niet alleen rechts of links naast de keukendeur kun je slijpsporen verwachten, ook andere plaatsen, zoals de 
        lekdorpel van het bakhuisje, moeten bekeken worden.
        Wanneer je bij de rondgang over een oud boerenerf langs je neus weg aan de 
        boer vraagt "was uw moeder linkshandig?", dan heb je goed gekeken en dan wordt je 
        misschien wel als een goede bouwhistoricus gezien.
        Het soortgelijke slijpen op de natuursteen van kerken kan uiteindelijk leiden tot een diepe 
        
uitholling van de steen. 
        Maar op zo'n plek is dan ook eeuwenlang door heel veel mensen geslepen.
        Naast slijpsporen kom je op kerken ook wel 
        
duivelskrassen 
        tegen. Ook in 
        
baksteen 
        kunnen die voorkomen. Wanneer je dergelijke gleuven bij een boerderij tegenkomt, dan zal 
        dat niet veel met de duivel te maken hebben, meer met de ledigheid van zijn oorkussen. Anders gezegd: vandalisme van de boerenknecht.
        
        
        
          Tekst: Jean Penders (07-2008). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders